Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

Projecten
Orbis Terrarum, Ways of Worldmaking (2000)

Orbis Terrarum, Ways of Worldmaking

Het Orbis Terrarum project was een onderdeel van de viering rond de 500ste verjaardag van Keizer Karel (1500-2000).

Het Orbis Terrarum project, een organisatie van Kunstenlab en het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet, was een onderdeel van de viering rond de 500ste verjaardag van Keizer Karel (1500-2000).

Het tijdperk waarin Keizer Karel leefde was gekenmerkt door radicale veranderingen die veroorzaakt werden door ontdekkingen die een nieuw beeld van de wereld schetsten. Het wereldvermaarde boekdrukbedrijf van Plantin, dat ons wereldbeeld veranderde dankzij het printen en verspreiden van atlassen, was de perfecte plek voor een tentoonstelling over de wereld als een metafoor. Het Museum opende liet voor het eerste een selectie internationaal gelauwerde hedendaagse kunstenaars toe, die elk vanuit hun persoonlijke historische en politieke, poetische en utopische visies de confrontatie aangingen met de cartografische meesterwerken van voorbije eeuwen.

Geheel in de lijn van de missie van Kunstenlab om de internationale culturele uitstraling van Antwerpen te bevorderen en zich inschrijvend in de bestaande opties om de band met de stedelijke musea, met de hedendaagse kunst en met internationale projecten als, in dit geval, Keizer Karel 1500-2000, aan te halen, werd in 1999 reeds volle steun toegezegd aan het project ORBIS TERRARUM, WERELDEN VAN VERBEELDING.

Curatoren Moritz Küng (voor de tentoonstelling) en Marie-Ange Brayer (voor de catalogus) kregen, zoals voor VAN DYCK 1999, volledige productionele ondersteuning van Kunstenlab. In samenspraak met het gastmuseum Plantin-Moretus/Prentenkabinet wordt de productie en de publiekswerking uitgewerkt. Museummedewerker Ronnie Dusoir wordt aan Kunstenlab ter beschikking gesteld als tentoonstellingscommissaris, Vera Nijs blijft, onder leiding van conservator Francine de Nave, ter plekke de tentoonstelling en publiekswerking opvolgen. De promotie- en persacties gebeurden vanuit de communicatiecel van Kunstenlab,  in overleg met het in Brussel gevestigde comité Keizer Karel 1500-2000.

Ondanks de aandacht die dat comité vooral vestigde op activiteiten in Gent en Mechelen, moet gezegd worden dat Antwerpen zich nooit ‘verlaten’ of achtergesteld voelde. Uiteraard ging de grootste aandacht wel naar de voornoemde steden. Door de strategisch goed gekozen timing echter kon ORBIS TERRARUM op aanzienlijk wat nationale mediabelangstelling rekenen: aangezien Over the Edges in Gent net ten einde liep, was er tijdens de zomer van 2000 nauwelijks een tentoonstelling van hedendaagse kunst in ons land. Ook kon de tentoonstelling zelf op bijzonder veel bijval van de kunstcritici rekenen, die vooral het poëtische en de geslaagde presentatie van hedendaagse kunst in een oud museum smaken.

Met 24.908 bezoekers kan de expositie niet alleen artistiek maar ook qua bezoekersaantal een succes genoemd worden. De uitzonderlijke Nacht van de Musea, een Zomer van Antwerpen-initiatief, is op zich goed voor een 3000 bezoekers. Behalve de Van Dyck prentententoonstelling in 1999 in hetzelfde museum, is dit na 1993 een record. Maar ook in vergelijking met gelijkaardige tentoonstellingen in het MUHKA zijn deze cijfers meer dan behoorlijk.